images

Intervisiewerkgroepen

 

Welkom op de webpagina over meertaligheid

De Sig-intervisiewerkgroep Meertalige kinderen in de ambulante revalidatie heeft sinds haar ontstaan een aantal publicaties en artikels tot stand gebracht:

 

Suggesties voor een handelingsgerichte diagnostiek van de taalontwikkeling bij meertalige kinderen (artikel 2017)

Hieronder vindt u concrete instrumenten en materialen die vermeld wordt in het artikel van De Smedt, Roeyers en Schelpe (juni 2017).

Meer info over ALDeQ
Meer info over CELF-4-NL (testmodificaties)
Meer info over MAIN
Meer info over ENNI
Meer info over TAAL en EMOTIE

 

ALDeQ

NIEUWS d.d. 15/09/2020: Sinds kort is de officiële Nederlandstalige versie van de ALDeQ uit, de ALDeQ-NL.

Het artikel ALDeQ-NL, dé Nederlandstalige oudervragenlijst voor moedertaalonderzoek van de hand van Heleen Leysen, Charlotte Mostaert, Tine Patteeuw, Hilde Roeyers, Ellen Van Den Heuvel en Inge Zink is eind augustus/begin september 2020 gelijktijdig verschenen in de tijdschriften Logopedie (VVL) en Signaal (Sig).

> Ga naar de ALDeQ-NL

Een vertaling van de ALDeQ-NL is momenteel in ontwikkeling. In het voorjaar 2021 zal er o.a. een Franstalige versie beschikbaar zijn.

Meer informatie over de ALDeQ:

 

CELF-4-NL testmodificaties

 

MAIN

De MAIN is gratis beschikbaar op het internet. Hier is de link:

https://www.leibniz-zas.de/en/publications/schriftenreihe/zaspil/zaspil-63/main-start

We beschrijven hieronder beknopt welke analyses je kan uitvoeren.

Microstructuur

Focust op de gehanteerde structuren, aantal en lengte van de uitingen, samengestelde zinnen (= taalspecifiek). Daarom niet in protocol van de test opgenomen. Men doet wel suggesties over wat kan worden gemeten.

Macrostructuur

Focust op verhaalstructuur, story grammar (= taalonafhankelijk). In de test wordt er aandacht besteed aan:

Productie (vertellen) - Macroanalyse

  • Story structure components – verhaalstructuur:
    Elk verhaal bevat drie episodes met telkens: initiërende gebeurtenis – doel of plan – poging/resultaat – reacties (met innerlijke toestand). De eerste episode wordt voorafgegaan door aangeven van de setting (tijd, plaats, protagonist). Deze elementen worden geregistreerd op aan-/afwezigheid.
     
  • Structural complexity – structurele complexiteit:
    Drie niveaus worden nagegaan: (1) verteleenheden die geen doel bevatten, (2) onvolledige episodes die echter wel een doel bevatten, (2) volledige episodes (D=doel, P=poging, R=reacties)
     
  • Internal states – innerlijke toestand:
    Geeft een beeld van ‘Theory of mind (ToM)-skills’ en komt tot uiting in het gebruik van metalinguïstische werkwoorden (referenties naar spreekactie: zeggen, schreeuwen, enz.), metacognitieve werkwoorden (referenties naar denkprocessen: denken, afvragen, enz.) en woorden die emotie uitdrukken.

Begrip - Macroanalyse (begripsvragen worden gesteld bij verhaal dat is naverteld)

  • Story structure: bij de begripsvragen ligt de nadruk op de doelen/plannen (waarom-vragen)
     
  • Internal states – innerlijke toestand: bij de begripsvragen ligt de nadruk op het trekken van conclusies m.b.t de gevoelens

Navertellen – Macroanalyse – Microanalyse

Analyse van de macrostructuur gebeurt op dezelfde wijze als in het onderdeel productie. Analyse van de microstructuur gebeurt alleen hier. Niet opgenomen in protocol wegens taalspecifiek. Wel suggesties voor items die diagnostisch potentieel hebben:

  • Lengte en lexicon
    - Aantal woorden/eenheden met aarzelingen en herhalingen
    - Aantal woorden/eenheden zonder aarzelingen of herhalingen
    - Aantal verschillende woorden
    - Aantal zinnen
     
  • Syntactische complexiteit en cohesie
    - Gemiddelde lengte van de uitingen
    - Gemiddelde lengte van de drie langste uitingen
    - Aantal zinnen met werkwoord
    - Aantal ondergeschikte zinnen
    - Aantal nevengeschikte zinnen (‘en’ verbinding niet meegerekend)
     
  • Code switching
    - Aantal en percentage woorden/eenheden niet in de doeltaal

Vragenlijst achtergrond

 

ENNI

De ENNI is gratis beschikbaar op het internet. Hier is de link:
http://www.rehabresearch.ualberta.ca/enni/

Scoreformulieren (NL):

Extra (vertaalde) scoreformulieren uit bachelorproefen VIVES

 

TAAL en EMOTIE

Deze werkblaadjes werden op Foyer vzw uitgewerkt. Ze zijn identiek maar met andere afbeelding voor jongens en meisjes. Ze worden gebruikt bij de taalanalyses van meertalige kinderen om te peilen naar de gevoelens van het kind bij de verschillende talen. Het blad wordt gebruikt als leidraad voor een gesprek en tijdens dit gesprekje bij voorkeur door het kind zelf of de therapeut ingevuld.

De laatste vraag peilt naar de talen die het kind nog zou willen leren. De bedoeling van de vraag is het evalueren van de leerdruk die het kind ervaart en de inschatting van zijn/haar taal-leercapaciteiten.

Hieronder vindt u achtergrondliteratuur over de thematiek Meertalige kinderen. 
 

Achtergrondliteratuur voor professionals

  • De Valck, M. (2006). Het speelgoedboek. Eerste hulp bij het kiezen van speelgoed. Amsterdam: SWP.
  • Gardner, R.C. (2001). Language learning motivation: the student, the teacher, and the researcher. Texas Papers in Foreign Language Education, 6, 1-18.
  • Genesee, F., Paradis, J., & Cargo M. (2004). Dual language development & disorders. Baltimore: Paul H. Brookes Publishing Co.
  • Julien, M. (2008). Taalstoornissen bij meertalige kinderen. Diagnose en behandeling. Amsterdam: Harcourt.
  • Manolson, A. (2002). Praten doe je met z’n tweeën. Een gids voor ouders om hun kind te helpen bij het leren praten. Utrecht: NIZW/The Hanen Centre.
  • Pancsofar, N., & Vernon-Feagans, L. (2006). Mother and father language input to young children: Contributions to later language development. Journal of Applied Developmental Psychology, 27(6), 571-587.
  • Salameh E.K. (2006). Linguistic and cultural factors affecting assessment and intervention for bilingual children with language impairment. 6th CPLOL Congress, Berlin.
  • S.N. (s.d.) Spelen is ook leren. Handleiding voor bijeenkomsten met allochtone ouders rond het thema spel. Stichting Spel en Opvoedingsvoorlichting.
  • Van den Dungen, L., & Den Boom, N. (2001). Beginnende communicatie. Therapieprogramma voor communicatieve functies in de preverbale fase en de vroegverbale fase. Lisse: Swets&Zeitlinger.
     

Enkele tips voor ouders die meer informatie zoeken

  • Baker, C. (2007). A parents’ and teachers’ guide to bilingualism. Clededon: Multilingual Matters. 227p.
  • Burkhardt-Montanari, E. e.a. (2004). Hoe kinderen meertalig opgroeien. Amsterdam: PlanPlan producties. 112 p.
  • Constandse, C. (2001). Kan uw kind niet goed praten? Utrecht: Fenac. (beschikbaar in verschillende talen)
  • Cunningham-Anderssonn, U., & Andersson S. (1999). Growing up with two languages. A practical Guide. London/New York: Routledge. 155 p.
  • De Houwer, A. (2009). An introduction to bilingual development. Bristo: Multilingual Matters. 89 p.
  • Pearson, B.Z. (2008). Raising a child bilingual. A step-by-step guide for parents. New York: Living language series.
  • Raguenaud, V. (2009). Bilingual by choice. Raising kids in two (or more) languages. Boston/London: Nicholas Brealey Publishing. 201 p.
  • Verrips, M., Aarssen, J., & Fikkert, P. (2001). Oetsie Koetsie. De meest gestelde vragen over kindertaal en meertalig opvoeden. Utrecht/Antwerpen: Kosmos-Z&K Uitgevers. 112 p. + video + interessante website: www.ouderonline.nl
     
CONTACTEER ONS