Sig heeft onder meer als doelstelling hulpverleners een aantal mogelijkheden te bieden tot permanente studie en vorming. Naast studiedagen en workshops organiseert Sig ook intervisiewerkgroepen.
In eerste instantie worden deze georganiseerd voor personeel van de Centra voor Ambulante Revalidatie. De organisatie van de werkgroepen verloopt per werkjaar. Enkele werkgroepen hebben een eigen webpagina of een te downloaden publicatie.
De algemene coördinatie van de werkgroepen is in handen van Viviane Vermeiren. Per werkgroep is er een inhoudelijke coördinator (in het overzicht tussen haakjes vermeld). De werkgroepen komen om de zes weken samen. Er wordt per werkjaar een programma opgesteld. Daarnaast is er tijd voor het uitwisselen van informatie over recente studiedagen, publicaties, nieuwe tests of behandelingsmethodieken en gevalsbesprekingen.
>> Kies een werkgroep en lees het verslag van de werking van 2024-2025.
Dit werkjaar stonden er vier bijeenkomsten op het programma, waarvan één halve dag online en drie volledige dagen live. Casusbesprekingen vormen de rode draad van onze vergaderingen en krijgen altijd voorrang. Ook uitwisseling van informatie m.b.t. materialen is een vast agendapunt. Dit werkjaar verdient de spelvorm ‘de Babbelballon’ een extra vermelding, aangezien Griet De Haene, vast lid van onze werkgroep, hieraan haar medewerking verleende.
Toelichting bij gevolgde vorming was eveneens een belangrijk thema , waaronder de vorming rond spontane taalanalyse (Rob Zwitserlood), samenwerking met ouders van kinderen met een taalontwikkelingsstoornis (Inge Klatte) , ‘Door de ogen van het kind’ (Binu Singh) en ‘Verbindend opvoeden’ (Anky De Frangh). Verder werden de meest recente wijzigingen aan het PDOD (= Protocol diagnostiek ontwikkelingsdysfasie) besproken.
De geplande thema’s i.v.m. diagnosestelling ontwikkelingsdysfasie bij meertalige kinderen en het behandelen van spraakontwikkelingsdyspraxie binnen de problematiek van ontwikkelingsdysfasie kwamen slechts heel beperkt aan bod en zullen wellicht volgend werkjaar verder worden uitgediept.
Deze werkgroep bestaat uit gecertificeerde Hanen-logopedisten, die (bij voorkeur) in de praktijk met de Hanen-strategieën werken of aan de slag willen met het organiseren van de oudercursus. De Hanen-oudercursus heeft tot doel ouders van jonge kinderen met problemen op het vlak van taal en communicatie te leren hoe ze op een responsieve manier in het dagelijks leven een bijdrage kunnen leveren aan de ontwikkeling van hun kind.
Het afgelopen werkjaar werkten we rond de volgende items:
De werkgroep Autisme bestaat uit een grote groep gemotiveerde professionals die dagelijks werken met kinderen en jongeren met autisme. De groep is divers en omvat psychologen, logopedisten, kinesitherapeuten en ergotherapeuten. De leden komen vijf keer per jaar samen, waarvan twee keer voor een hele dag. De drie andere bijeenkomsten worden online gehouden in de vorm van halve dagen. De verslaggeving van de vergaderingen gebeurt digitaal.
Tijdens het werkjaar 2024-2025 werden de volgende twee grote thema’s vooropgesteld en verder uitgediept: SOVA-werking bij lagereschoolkinderen en Infantwerking bij jonge kinderen. Het thema SOVA-werking bij lagereschoolkinderen werd eerst wetenschappelijk benaderd. Welke informatie ondersteunt theoretisch de praktische uitwerking? Welk effect heeft deze groepstherapie? Input van verschillende centra werd verzameld om een breed en goed onderbouwd beeld te krijgen van de verschillende mogelijkheden en uitwerkingen van een groepswerking binnen een CAR. Er werd gekeken welke programma’s er gebruikt worden, en welke criteria er gelden voor inclusie en exclusie van deelname aan een groepswerking. Ook de praktische kant kwam aanbod: doelstellingen, periode, duur en grootte van groepen werd besproken. Een belangrijke afsluiter van dit thema was het belang, maar ook de uitdaging om tot een transfer te komen: hoe kunnen we de overdracht van vaardigheden en kennis verbeteren zodat de effecten van de SOVA-groepen meer blijvend zijn? Dit in combinatie met steeds realistische verwachtingen.
Het tweede jaarthema 'Infantwerking' werd gestart door het oplijsten vanuit de volgende aandachtspunten: Hoe wordt dit georganiseerd? Wat is de therapieduur? Hoe wordt de therapiezwaarte bepaald? En welke pijlers zijn er belangrijk om therapie verder te zetten of te stoppen binnen elk centrum? Bij jongere kinderen komt steeds meer de uitdaging van de taalbarrière bij ouders. Hoe kunnen we als therapeut ouders die de taal beperkt of niet machtig zijn, zoveel mogelijk betrekken gedurende het diagnostisch proces en tijdens therapie.
Kleinere thema’s dit jaar waren de vakantiewerking die steeds meer centra organiseren, autisme & gamen/social media, agressiebeleid & hantering en het doornemen van de nieuwe richtlijnen Autisme.
Naast casusbesprekingen houden we ook twee keer per jaar een materiaalbeurs. Tijdens deze momenten kunnen we therapeutisch materiaal, werkboeken, (therapeutische) gezelschapsspelen, kijk- en vertelboeken, prentenmateriaal, vragenlijsten en andere hulpmiddelen uitwisselen.
Verder bespreken we de studiedagen die als interessant werden ervaren, zodat we een gevarieerd aanbod aan thema’s aan bod laten komen. Bij elke bijeenkomst wordt ook aandacht besteed aan recente wetenschappelijke inzichten, zodat we onze kennis voortdurend up-to-date houden.
>> Stimuleren van spel en verbeelding bij kinderen met autisme (gratis download)
De intervisiewerkgroep biedt hoofdzakelijk een platform om samen te reflecteren over thema’s verwant aan NAH. We wisselen kennis en ervaringen uit en brengen casuïstiek in om van elkaar te leren. Thema’s die het afgelopen werkjaar aan bod kwamen zijn onder meer het gebruik van therapeutische apps, assessment, autorijden na NAH, therapie aan mensen met een migratieachtergrond, enz.
De groep is multidisciplinair samengesteld, met leden uit diverse sectoren. Vanuit deze brede expertise willen we een bijdrage leveren aan de hulpverlening voor mensen met NAH. We proberen als werkgroep de vinger aan de pols te houden en noden vanuit het werkveld enerzijds te signaleren en anderzijds bij te dragen aan acties die hieraan tegemoet komen.
Hiernaast blijven we inzetten op samenwerking met overkoepelende instanties en gaan we na welke rol de werkgroep kan vervullen.
Er kwamen heel wat verschillende thema’s aan bod. We bekeken of en hoe er in de verschillende centra wordt samengewerkt met brugfiguren en tolken. We zochten ook naar de verschillende beschikbare vertaalapps. We gingen aan de slag met de Q-BEx om na te gaan in welke mate deze vragenlijst al bruikbaar is in onze praktijk. Bij de concrete cases kwamen heel wat zaken aan bod waarbij we onder meer ingingen op de samenwerking ouders–school–CAR wanneer het gaat over zaken gelinkt aan meertalig opgroeien. Ten slotte maakten we al een start met het opstellen van een schema waarin we interessante tools en tips wil gaan ordenen.
>> Webpagina Meertalige kinderen (publicaties, tips, literatuur, enz.)
>> Tales at Home (vragenlijst professionals)
Het voorbije werkjaar kwamen we drie keer samen voor een volledige dag in Gijzegem. De afsluitende vergadering met evaluatie gebeurde online. We besteedden elke keer aandacht aan een variarondje waarbij we iedereen de kans gaven om vragen te stellen, een topic aan te brengen of info uit te wisselen. Daarnaast kwamen ook enkele specifieke onderwerpen aan bod zoals de DC 0-5, de aanpak van groepswerkingen in de verschillende CARs en de ervaringen hierrond, het uitwisselen van info rond outreach: hoe wordt dit georganiseerd in de verschillende centra en wat zijn knelpunten, ouderparticipatie en omgaan met levend verlies. We stonden ook stil bij verschillende therapieprogramma’s voor jonge kinderen met ASS: JASPER, ImPACT en Floortime/Floorplay.
De intervisiewerkgroep rond Psychomotoriek vond twee keer plaats in Sig en de laatste dag gingen we aan de slag in CAR Sint-Lievenspoort te Gent. Met elf leden stonden we enerzijds stil bij de theoretische achtergrond van verschillende thema’s en anderzijds bij praktische toepassingen, adviezen en materiaal. Een bezoek aan een CAR inspireert, informeert en creëert een ideale omgeving om praktisch aan de slag te gaan.
Tijdens het afgelopen werkjaar zijn verschillende thema’s aan bod gekomen. We gingen in op de werking rond de context (ouders en brussen). Wat betreft individuele behandeling bekeken we in de verschillende CARs de werkwijze en het gebruikte materiaal. We gingen verder rond psycho-educatie aan de slag (o.a. feedback op ‘Doe je mee met Kadhdee?’), maar ook rond medicatie en dubbeldiagnose. Ten slotte was er altijd tijd voor verslag van gevolgde studiedagen, literatuur en casussen.
>> Leeswijzer voor leerkrachten bij het zorgpad ADHD
>> Leeswijzer voor ouders bij het zorgpad ADHD
>> psycho-educatief spel Doe je mee met Kadhdee?
Tijdens het voorbije werkjaar kwam de werkgroep vier keer samen rond het centrale thema cultuursensitief handelen. Via casusbesprekingen, het delen van gevolgde vormingen en het uitwisselen van praktijkervaringen, werd actief gewerkt aan een sterker en meer bewust omgaan met culturele diversiteit. Ook het gebruik van hulpmiddelen zoals vertaalapps en tolken werd besproken, net als de verschillende beleidsaanpakken rond diversiteit en meertaligheid in de deelnemende centra. Daarnaast was er telkens ruimte voor open uitwisseling over de rol van de sociaal werker in de dagelijkse praktijk.
Het afgelopen jaar stonden de volgende punten op de agenda:
Binnen onze werkgroep gaan we voor de verschillende thema’s op eenzelfde manier te werk. We wisselen informatie en ideeën uit, staan stil bij de wetgeving en denken na over hoe iets aangepakt kan worden. Elke bijeenkomst wordt ook tijd voorzien voor zaken die op dat ogenblik bij één of meerdere deelnemers actueel is.
Afgelopen werkjaar werd naast verder updaten van de website Rita hoort niet goed., ruimte en tijd vrijgemaakt voor intervisie en casusbespreking. Daarnaast werden de eerste stappen gezet om te sensibiliseren via social media. Lancering hiervan is voorzien voor volgend werkjaar.
>> Projectwebsite 'Rita hoort niet goed' (online publicatie, filmpje, enz.)
De werkgroep JASPER vloeide spontaan voort uit de basisopleiding JASPER aan de UGent in mei 2018. Onze enthousiaste ploeg in dit specialistisch aanbod telt ondertussen verschillende Vlaamse therapeuten (al dan niet nog in opleiding) uit de 5 workshops die plaats hadden tussen 2018 en 2024.
In het werkjaar 2024-2025 startte de gloednieuwe werkgroep PROMPT op met 13 deelnemers en 2 coördinatoren (Hilde Oris en Lotte De Cremer). De deelnemers zijn allemaal logopedisten, komende uit de zelfstandige praktijk en/of een CAR, en hebben minimaal PROMPT 1 gevolgd.
Onze eerste samenkomst was online. Hierbij lag de focus op elkaar en elkaars werkgebied beter leren kennen. Iedereen kreeg de mogelijkheid om zichzelf voor te stellen, alsook zijn/haar verwachtingen naar voor te brengen. Daarnaast werd het tot nu toe gevolgde PROMPT-leerpad per deelnemer besproken. Iedere bijeenkomst bieden wij ook telkens de mogelijkheid aan om interessante vormingen te delen met de groep, alsook materialen die nuttig kunnen zijn bij PROMPT-therapie.
Tijdens de eerste fysieke dag gingen we aan de slag met het inoefenen van de namen van de deelnemers door middel van Surface PROMPTS. Het vormde een meerwaarde om dit met elkaar in te oefenen omdat je meteen feedback krijgt over de plaats, timing en druk. Vervolgens kwam er een casus aan bod die door één van de deelnemers werd aangebracht. We bekeken de video, vulden samen de SAO en MSH in, we stelden behandeldoelen, zochten een passend lexicon en zijn gestart met het zoeken naar behandelactiviteiten. Om onze gestelde hypotheses te testten, werd vanuit de groep aangeraden om een diepte-onderzoek uit te voeren bij deze casus.
Op de tweede fysieke bijeenkomst hebben we het inoefenen van Surface PROMPTS hernomen en kozen we een lexicon uit om de tweetekenklanken in te oefenen. Vervolgens bespraken we het vernieuwend artikel van Aravind Namasivayan (Speech found disorders in children: an articulatory phonology perspective) waarin hij spraakmotoriek en fonologie met elkaar probeert te verzoenen. Tijdens het tweede deel van de dag schakelden we terug over naar onze casusbesprekingen. We hebben het diepte-onderzoek in groep geanalyseerd en onze hypotheses bijgesteld. Op basis van deze nieuwe informatie werden behandelactiviteiten bedacht, passend bij het gekozen lexicon. We sloten ons werkjaar af met een tweede casus. Hierbij hebben we reeds de SAO en MSH ingevuld. Deze interessante casus nemen we mee naar het volgende werkjaar.
Groep 1: Er werd telkens ruimte gemaakt om samen te reflecteren over situaties waarmee een directie geconfronteerd wordt. Casusoverleg nam een belangrijke plaats in. Daarnaast was er voldoende tijd om ook praktisch organisatorische vragen aan bod te laten komen. Er werd kennis en expertise uitgewisseld rond hoe je omgaat met je medewerkers als leidinggevende.
In deze intervisiewerkgroep voor diensthoofden (groepen 3 en 4) bespreken we concrete casussen en proberen we zo veel mogelijk verschillende perspectieven te bieden. We werken niet met jaarthema's, maar gaan aan de slag met wat zich aandient. Er wordt daarbij breed gekeken en we hebben extra aandacht voor het individuele groei- en leerproces. De groepen combineerden praktijkgerichte uitwisseling met strategische reflectie, en bouwde verder aan samenwerking en versterking van het leiderschap binnen de sector CAR.
Groep 3 legde dit werkjaar de volgende accenten:
Groep 4 werkte aan de volgende onderwerpen