Zin en onzin van motorische tests bij kinderen met ontwikkelingsproblemen

Extra info

Inhoud

Motorische tests vormen een relevant diagnostisch hulpmiddel bij het in kaart brengen van de ontwikkeling van kinderen met vermoedelijke motorische ontwikkelingsproblemen, al dan niet kaderend in een bredere neurobiologische ontwikkelingsproblematiek. Hun waarde staat of valt echter met een nauwkeurige, weloverwogen toepassing. Testresultaten bieden structuur en vergelijkingsmogelijkheden, maar geven nooit een volledig beeld van het functioneren van het kind. De grootste meerwaarde ontstaat wanneer testgegevens worden geïntegreerd met klinische observaties, omgevingsfactoren en het individuele ontwikkelingsverhaal van het kind. Een kritische houding ten aanzien van de mogelijkheden én beperkingen van motorische tests blijft daarbij essentieel.

Tijdens deze vorming bespreken we een selectie van recente tests (vanaf de kleuterleeftijd) voor zowel grove als fijne motoriek, zoals bijvoorbeeld de MABC-3, BOT-3 en PDMS-3. We lichten toe waarom het werken met actuele, gevalideerde instrumenten belangrijk is en gaan in op de voor- en nadelen van verschillende testbatterijen. De nadruk ligt op het klinisch redeneren: hoe interpreteer je testresultaten in een breder diagnostisch kader, en hoe vertaal je deze naar zinvolle conclusies? Dit verdiepen we aan de hand van concrete casussen. Deelnemers krijgen de kans om de beschikbare tests in te kijken, al wordt de praktische afname zelf niet behandeld.

We vragen dat elke deelnemer minimaal één casus meebrengt naar de vorming. Deze zal in kleine groep behandeld worden. De casus moet de volgende elementen bevatten:

• een uitgebreide omschrijving van het kind (anamnese)
• uitgevoerde tests, met hun resultaten en observaties
• indien mogelijk beeldmateriaal (d.i. een meerwaarde, maar geen verplichting)
   

Door wie?

Griet Dewitte
Griet is al meer dan 30 jaar werkzaam als pediatrisch kinesitherapeut. Zij deed ervaring op in de revalidatiesector, het buitengewoon onderwijs en in haar eigen privé-praktijk. Zij werkt momenteel in het COS en het Referentie Centrum Autisme van het UZ Gent. Daarnaast is zij verbonden als lector aan de opleiding Revalidatiewetenschappen en Kinesitherapie van de UGent. Zij is (co-)auteur van diverse publicaties rond DCD en Psychomotorische Therapie en coördineert het Postgraduaat ‘Psychomotoriek bij kinderen en jongeren’ aan de UGent.

Evi Verbecque 
Evi is kinesitherapeut en werkzaam als tenure track professor aan de Faculteit Revalidatiewetenschappen van de Universiteit Hasselt. Haar onderzoek richt zich op de evaluatie van grove motoriek en evenwicht bij kinderen met diverse onderliggende aandoeningen, zoals Developmental Coordination Disorder (DCD), autisme en ondervoeding. Ze is onder andere actief in de ontwikkelingssamenwerking. In dit kader is ze nauw betrokken bij de ontwikkeling en normering van nieuwe testbatterijen, alsook bij de ontwikkeling van lokale normen om de toepasbaarheid ervan te vergroten. Haar inspanningen zijn er specifiek op gericht om bestaande testbatterijen te optimaliseren en nieuwe tests te ontwikkelen.
 

Voor wie?

Pediatrische kinesitherapeuten en ergotherapeuten 
 

Over wie?

Kinderen met ontwikkelingsproblemen vanaf de kleuterleeftijd tot 18 jaar
 

Praktisch

Documentatie, broodjeslunch en koffiepauzes inbegrepen

Maximum 30 deelnemers

KMO-portefeuille werd aangevraagd

Accreditatie via PQK werd aangevraagd

Op zoek naar meer achtergrondinformatie? Neem een kijkje in de catalogus van de Sig-bib. Spring gerust binnen tijdens de openingsuren (elke werkdag van 9 tot 12, behalve op woensdag). Uitlenen is gratis.

Delen via social media

• PRINT